StuCom0001

DE WARE BEDOELING VAN DE PAUS

Kees Slijkerman

Deze maand is het vijf jaar geleden dat paus Johannes Paulus II zijn encycliek schreef ’over de verplichting tot oecumene’. Zo luidde de ondertitel van Ut unum sint. Pas onlangs heb ik tijdens een stille retraite de inhoud daarvan in mij opgenomen. Het beeld dat hij schetst van de realiteit is zeer rijk, hoopvol en omvattend. In de bovenzaal te Jeruzalem en duizend jaar lang was de kerk één. Die eenheid is nooit helemaal verloren gegaan en wordt nog eens versterkt ’door de volledige gemeenschap van de heiligen’ in de hemel, heiligen die afkomstig zijn ’uit alle kerken en kerkelijke gemeenschappen’ (nr.84).

We weten dat we ’dankzij de kracht van de Geest’ de obstakels voor de eenheid kunnen overwinnen, schrijft hij (nr.83). Hoe? Door ons een geestelijke ruimte te laten binnenvoeren waarin Christus ons ertoe brengt te onderzoeken of we trouw zijn geweest aan zijn plan met de kerk. Meerdere keren komt hij terug op die ’geestelijke ruimte’ waar de oecumenische dialoog ons heen voert.

Ik sluit mijn ogen en vraag: ’Heer, zijn wij trouw geweest aan uw plan met de kerk?’ ’Nee.’

En welke kerkgemeenschap zou hier in alle eerlijkheid ’ja’ op kunnen antwoorden?

De schuldbelijdenis die de paus uitsprak op 12 maart 2000 was geen theater. Hij is goed op de hoogte van de geschiedenis en de huidige toestand van de Kerk.

Veel christenen zijn diep in hun hart wantrouwend ten opzichte van het werkelijke streven van de paus. Hij zou er uiteindelijk op uit zijn alle christenen weer terug te brengen in de rooms-katholieke kerk onder zijn leiding. Wie deze encycliek leest moet iets anders concluderen. Zijn ware bedoelingen staan daarin open en bloot te lezen. Hij heeft het verlangen van Christus, ’mogen zij één zijn’, gemaakt tot zijn eigen verlangen en streven.

’Een van de wezenlijke elementen van de oecumenische dialoog is het streven om de christelijke gemeenschappen te voeren tot de geheel inwendige geestelijke ruimte waarin Christus door de kracht van de heilige Geest hen alle zonder uitzondering ertoe brengt om zich voor Gods aanschijn te onderzoeken en zich af te vragen of zij trouw zijn geweest aan zijn plan met de kerk.’ (nr.82).

Ut Unum Sint, 1-2-1 Kerkelijke Documentatie, jrg. 23, 1995, nr. 6/7, f 7,50.

Besteladres: SRKK, Postbus 13049, 3507 LA Utrecht, e-mail: bestel@rkk.nl

Dit artikel werd gepubliceerd in Bouwen aan de Nieuwe Aarde, mei 2000.