StuCom0023

Over de mogelijkheden van oecumenische dialoog tussen de pinkstergelovigen en de kerken.

Uit Een van Geest,

de dissertatie van dr. Paul van der Laan, ca. 1990.

 

INLEIDING

A. BELANG EN DOEL VAN DE STUDIE

Waar gaat je boek over? De oecumenische betekenis van de pinksterbeweging? Is die er dan? Toen de schrijver aan deze studie begon, zijn hem regelmatig deze vragen gesteld, door anderen en zichzelf. Maar de plaats waar hij begon te graven bleek een continent te zijn. Het is geen prettig woonoord.

Onbegrip en vervreemding heersen er. In de kakofonie van wederzijdse beschuldigingen en verwijten, fluistert er echter een zachte stem: "Liefde, Vergeving, Eenheid". De schrijver gelooft dat dit de stem is van de Heilige Geest, die zowel de oecumenische als de pinksterbeweging wil gebruiken om het gebed van Jezus te vervullen "Opdat zij allen één zijn" (Joh. 17:11).

 

Slothoofdstuk, conclusie, over de mogelijkheden van oecumenische dialoog tussen de pentecostals en de kerken.

 

CONCLUSIE

In de inleiding is uiteengezet dat de omvang en complexiteit van het onderwerp een groot probleem geweest in de loop van deze studie. Omdat dit het eerste belangrijke werk is over dit bijzonder onderwerp, leek het gepast de volledige omvang van de oecumenische uitdaging in de geschiedkundige setting van Nederland aan te bieden. De zwakheid van deze dissertatie is daarom het feit dat hij zo'n breed terrein aan onderwerpen omvat dat een goed gestructureerde analyse over ieder afzonderlijk onderdeel niet is uitgevoerd. Dit is ook zijn kracht; het toont de theologische relevantie van historische analyse en de noodzaak voor verder onderzoek. Dezelfde zwakheid en kracht vindt haar weerslag in deze conclusie. Het is meer een aanvullende lijst van verder werk dat gedaan moet worden dan een grondige beschouwing over een bijzonder deel van de oecumenische betekenis van de Pinksterbeweging. De schrijver hoopt dat dit andere wetenschappers zal inspireren sommige onderdelen die hieronder worden aangeboden meer in de diepte te onderzoeken.

A. Historische lessen

Voordat we ingaan op de belangrijkste problemen en beloften met betrekking tot de oecumenische betekenis van de Pinksterbeweging, lijkt het gepast de lessen te herhalen die getrokken kunnen worden uit haar bijzondere geschiedenis in Nederland. Dit zal gedaan worden door enkele veronderstelde contrasten samen te vatten die in het verleden afscheiding hebben veroorzaakt.

Objectiviteit en Subjectiviteit

Sinds de "Verdere Reformatie" van de 17de eeuw heeft het Nederlands Piëtisme de neiging gehad zich te concentreren op de subjectieve en experimentele kant van de godsdienst. De Pinksterbeweging in Nederland maakte dit Piëtisme los van haar pessimistische en fatalistische elementen, die 6nog steeds aanwezig zijn in ultra-conservatieve Calvinistische denominaties. Het behield echter haar subjectieve inslag, die hun isolatie bevorderde van de traditionele kerken die voorgeven op het kompas van de objectiviteit te varen. Aangezien het Piëtisme bewezen heeft een elementair element te zijn in het godsdienstig leven van het Nederlandse volk, kan de integratie van de Pinksterbeweging in de oecumenische dialoog ertoe bijdragen een juiste balans te ontdekken. Met het oog op dit doel is het belangrijk dat de charismata niet aangeboden worden op een verborgen of mystieke wijze, zoals Polman dit zo en doen geneigd was te doen. Samen moeten we nog steeds de omvang ontdekken waarbinnen de geestelijke gaven kunnen worden toegepast. Genezing bijvoorbeeld hoeft niet beperkt te worden tot het lichamelijke vlak alleen. De Pastorale brief van de Nederlands Hervormde Kerk bracht naar voren dat de Pentecostalen een neiging hebben het subjectieve geloofselement te overdrijven, terwijl de Kerk soms het objectieve element teveel op de voorgrond schuift. Natuurlijk is er niet de vraag van een keuze tussen objectief en subjectief, maar een uitdaging beide in de juiste verhouding te brengen.

Organisatorische Eenheid en Geestelijke Eenheid

In de huidige Nederlandse Pinksterbeweging is niet veel over van de aanvankelijke oecumenische ijver van hun Europese pioniers. Zo nu en dan kunnen zij nog steeds roepen om een geestelijke eenheid, maar heel vaak wordt deze frase misbruikt als een excuus om af te zien van oecumenische participatie. Er is ongetwijfeld een bijzondere eenheid in het delen van dezelfde godsdienstige ervaring, maar dit kan niet de enige bron zijn en ook niet het exclusieve werktuig voor Christelijke heelheid zoals Polman dit propageerde. De Pentecostalen zullen echter alleen een geestelijke eenheid erkennen tussen hen die wedergeboren zijn door een persoonlijke bekering. Als de correctie en gemeenschap van ander Christenen essentieel is om ons te bewaren voor uitwassen, zoals de Broederschap van mening was in het geval van de "Gemeente des Heeren", dan moet er een of ander contact tussen de Christenen in de verscheidene denominaties worden georganiseerd en gestimuleerd. Toen de Nederlandse Pentecostalen wilden samenwerken op nationaal niveau ontdekten zij dat hun geestelijke eenheid geen ernstige organisatorische en leerstellige controversen ter zijde stelde die simpelweg recht moest worden gezet door gesprekken en soms zelfs door compromis. De interkerkelijke genezingscampagnes van de jaren vijftig hebben getoond dat Kerkleden en Pentecostalen met succes in nauwe harmonie kunnen samenwerken als zij hetzelfde doel nastreven. Dit omvatte zowel organisatorische als geestelijke eenheid. De kerken die zichzelf begeven in een soortgelijke praktische oecumene moeten bereid zijn hun eigen structuren te herwaarderen en aan te passen om eigentijdse noden te lenigen. Samengevat in een zin: Een bepaald soort organisatorische eenheid is de onvermijdelijke zichtbare expressie van een bestaande geestelijke eenheid.

Theorie en Praktijk

In een gesprek over het nut van Bijbelscholen zie een Pinkstervoorganger eens tegen de schrijver onder vier ogen: "Er bestaat niet zo praktisch als een goede theorie". Aangezien echter de Pinksterbeweging bij het gewone volk eveneens een protest was tegen de academische cultuur van de geestelijkheid, zijn zij geneigd praktische actie veel meer te waarderen als theoretische studie. In hun literatuur vindt men nauwelijks lange ideologische verhandelingen, maar er is een overvloed aan korte praktische aanwijzingen bezaaid met bijbelteksten en verhalen. De genezingsbediening in de jaren vijftig illustreert deze spanning op karakteristieke wijze. Terwijl theologen, doktoren en psychologen ellenlange beschouwingen aan het onderwerp wijdden, gingen de Pentecostalen de gave zelf in toepassing brengen. Om deze reden is het belangrijk dat men een dialoog met de Pentecostalen niet moet laten verdrinken in theoretische kennis alleen, zoals dit gebeurde in de Oecumenische Raad van kerken, in Baarn en in de uitwisseling met de Baptisten. Een uitdagend experiment zal zijn een gezamenlijke retraite van de Nederlandse Pentecostalen en vertegenwoordigers van de Rooms-katholieke Vernieuwing. Men moet wel ontdekken dat het wederzijds theoretische wantrouwen opnieuw bezien moet worden door de gewone praktijd van aanbidding en meditatie. Met het oog op het hoge aantal academici onder de Nederlandse Pentecostalen vandaag, zal het niet lang meer duren voordat zij hun theoretische achterstand hebben ingehaald. Dat kan van groot nut zijn in interkerkelijke uitwisseling. Aan de andere kant kan men zich de vraag stellen tot op welke hoogte deze ontwikkeling de ongeletterde dynamiek van de vroege Pinksterbeweging heeft verwrongen. Evenals de Oecumenische beweging heeft ontdekt dat "Geloof & Orde" en "Leven & Werk" niet gescheiden kunnen worden, moeten theorie en praktijk en een voortdurend proces van wederzijdse betrekking staan.

Leerstellige Eenheid en Experimentele Eenheid

"Doctrine verdeelt, maar ervaring verenigt" luidt een bekende Pinksteruitdrukking. Is dit waar? Deze geschiedschrijving heeft bewezen dat, als eenmaal de ervaring geïnstitutionaliseerd wordt, hetgeen zeker zal gebeuren, zij dezelfde verdeeldheid zaaiende elementen in zich draagt als ieder leerstellige stellingname. De verdeeldheid wordt echter niet veroorzaakt door een bepaalde leerstelling of een ervaring, maar door de wijze waarop mensen hun overtuigingen verheffen tot onbespreekbare absoluten. Eenheid wordt bevorderd als men bereid is gecorrigeerd en aangevuld te worden door de uitwisseling met andere groeperingen of tradities. Het Hogepriesterlijk Gebed om eenheid (Joh. 17) lijkt de relationele band meer te beklemtonen dan leerstellige overeenstemming. In dit opzicht kunnen de Pentecostalen helpen een eenheid te definiëren die gebaseerd is op een gemeenschappelijke godsdienstige ervaring, meer dan op een geloofsbelijdenis. Dit zal echter een radicale verandering van houding impliceren. De wijze waarop de Nederlandse Pentecostalen de Charismatici in de jaren zeventig hebben verworpen, laat beschamend zien dat zij nauwelijks bereid zijn de consequenties te aanvaarden van een experimentele eenheid. Weer zijn leerstelling en ervaring niet te scheiden. Als we de feiten onder ogen zien moeten we toegeven dat de oecumenische beweging veel meer heeft bereikt in het overbruggen van leerstellige verschillen dan de Pentecostalen in de samenwerking met diegenen met soortelijke geestelijke ervaringen.

Horizontalisme en Vertikalisme

Een hoogst merkwaardige vraag is de aversie geweest tegen of het horizontaal of het vertikaal evangelie. Deze spanning is gebruikt als argument de scheiding tussen de traditionele kerken en de Pentecostalen te rechtvaardigen, en verdeelde en tijdje zelfs de Charismatici. Er bestaat niet zo'n contrast in de Bijbel. De Bergrede (Matt. 5-7) heeft zowel verreikende horizontale als verticale dimensies. Het lijkt of de charismata nog steeds tot volle wasdom moeten komen door hen te integreren zowel in het horizontale als in het verticale, die beide aspecten zijn van Gods schepping. Hij is Heer van hemel en aarde, van het bovennatuurlijke en het natuurlijke. Een praktische uitdaging bijvoorbeeld is de gave van genezing te gebruiken om verbroken relaties of politieke structuren te herstellen. De sociologische verandering die de Pinksterbeweging heeft teweeggebracht door het zelfrespect van de leken en de arbeidersklasse te verhogen, is op zichzelf een illustratie van de betekenisvolle horizontale resultaten die een verticale ervaring kan teweegbrengen. Het referentiedocument van de Gereformeerde kerken merkte terecht op dat het werk van de Heilige Geest beschouwd moet worden binnen de context van de gemeenschap als geheel. We moeten erkennen dat de horizontale en verticale dimensies van het Christendom elkaar ontmoeten op het centrum van het kruis. Zijn discipel zijn impliceert dat we het kruis juist daar moeten dragen (Lukas 9:23).

Tenslotte moeten we eraan herinnerd worden dat participatie een essentieel element is in het proces van het begrip was het Pentecostalisme inhoudt. Zij heb ben geen literaire traditie en om deze reden hebben zij niet duidelijk van zich doen spreken in boeken of artikelen. Om een harteklop te voelen moet men deelnemen in hun aanbidding en gebedsdiensten. Dit is de enige manier om te ontdekken dat er meer gaande is dan louter emotionalisme. Deze studie heeft steeds maar weer bewezen dat het beeld van de Pinksterbeweging veranderd na een wederzijdse gedachtenuitwisseling en zelfs nog meer na deelneming in hun samenkomsten. Als dit contact werd vermeden resulteerde dit gewoonlijk in een vertekende beschrijving van de Pinksterbeweging. Deelname in een Pinkstersamenkomst is een goede manier zijn liefde en interesse te tonen ten opzicht van hen en zal ertoe bijdragen iets van het ongegronde bijgeloof te overwinnen. Men wordt misschien een beetje overstelpt door hun lawaai, lichamelijke expressie en actie, maar men zal zich zeker niet snel vervelen.

B. Problemen

Na tachtig jaar Pentecostalisme in Nederland lijkt de tijd rijp voor een nieuwe en diepgaandere dialoog en interactie, die een extra dimensie kunnen geven aan het leven van de Kerk en de Pentecostalen kunnen bewaren voor isolatie. Er moeten echter enkele ernstige problemen onder ogen worden gezien, ten einde dezelfde misvattingen en intolerantie te vermijden die in het verleden de communicatie besmeurde. In de discussie beneden zullen de meest cruciale onder de loep worden genomen, en de schrijver zal enkele suggesties voorstellen waardoor deze problemen omgekeerd kunnen worden in een uitdaging voor zowel de Kerken als de Pinksterbeweging. Het is zeker niet de bedoeling geweest van deze schrijver een compromis op de dringen waarbij beide partijen kunnen verliezen, maar het is een poging de praktische implicaties en uitdagingen onder ogen te zien als we het vraagstuk van de eenheid serieus nemen. Alle voorstellen zijn echter vergeeft als er geen oprechte bereidheid bestaat voor wederzijdse toenadering.

De doop van gelovigen

Hoewel de doop van gelovigen door onderdompeling niet de kern van het Petnecostalisme vormt, zowel geschiedkundig als theologisch, is deze praktijk een belangrijk verdeeldheidmakend element in de ontmoeting tussen de Reformatorische kerken en de Pentecostalen. Vanuit het huidig perspectief van Pinksteren gezien vereist de doop een persoonlijk geloof in Jezus Christus. Om deze reden beschouwen zij de kinderdoop als ongeldig en verwarrend. Zelf zullen ze nooit spreken over herdoop. Sinds het gebruik van de glossolalie en de charismata acceptabeler geworden zijn, is de volwassendoop zelfs nog meer het schibbolet geworden waarmee de pentecostalen worden onderscheiden. Zowel de Nederlands Hervormde en de Gereformeerde Kerk hebben verscheidene commissies gehad, en van 1968 tot 1973 zelfs een verenigde commissie, om het probleem van (her)doop te bestuderen. De Synode van de Gereformeerde kerken accepteerde echter niet hun pastoraal advies hen te tolereren die de doop van gelovigen aanhingen, ook als zij ambtsdragers waren. In 1975 werd de Nederlands Hervormde predikant A. Pijnacker Hordijk afgezet omdat hij zich had laten dopen door onderdompeling en zijn collega vroeg van nu af aan de kinderdoop toe te dienen. De schrijver pleit voor een groter wederzijds respect en tolerantie met betrekking tot de verschillende manieren waarop dit sacrament wordt toegediend. De meeste tradities zullen het waarschijnlijk eens zijn met de veronderstelling dat de waterdoop een lichamelijke expressie is van het geloof dat men door God is geaccepteerd, gebaseerd op het verzoeningswerk van Christus. Pentecostalen zouden de kinderdoop moeten respecteren als een teken van integratie in het lichaam van Christus en de zegen erkennen die God zal uitstorten op oprechte ouders die op deze wijze hun kinderen opdragen. Aan de andere kant zouden de kerken de volwassendoop moeten toestaan voor diegenen die persoonlijk willen bevestigen waaraan hun ouders in het geloof uitdrukking hebben gegeven toen zij een baby waren. Vraagt onze tijd waarin het beeldende de woordcultuur heeft overtroffen als het overheersend communicatiemiddel niet om een flexibelere toepassing. Het sacrament van de doop, evenals het Heilig Avondmaal, is een prachtig beeld van wat Christus voor ons heeft gedaan. Is er een bijbels argument tegen het meer dan eens gebruiken van water als een symbool van de reiniging van zonden en de opstanding van Christus? De zogenaamde "Lima tekst" van de W.C.C. heeft aan de betekenis van verzoening heel duidelijk uitdrukking gegeven:

citaat

Zolang we echter zoeken naar argumenten om onze afscheiding te rechtvaardigen, meer dan zoeken naar manieren elkaar te ontmoeten en te respecteren, zullen onze dooppraktijken voortgaan verdeeldheid te zaaien.

Empirische hermeneutiek

Ieder uitspraak die de autoriteit van de Bijbel zal beïnvloeden is godslasterlijk voor de Pentecostaal. Hogere kritiek wordt gewoonlijk beschouwd als een aanval op hun overtuiging dat de Bijbel geïnspireerd is door de Geest van God "van kaft tot kaft". Tot op grote hoogte wordt de bijbelse tekst letterlijk genomen en commentaren die beweren dat bepaalde teksten slecht van toepassing waren gedurende de tijd dat het werd geschreven zijn verdacht. Historisch is de Pinksterbeweging inderdaad geworteld in de overtuiging dat het geheel van de Bijbelse tekst op vandaag van toepassing is, in het bijzonder met betrekking tot de geestelijke gaven. Niettemin onthouden de Nederlandse Pentecostalen zich niet van bloedtransfusies, zij wassen elkaar de voeten niet, hun vrouwen dragen geen hoeden maar zij dragen wel broeken en juwelen. Als de letterlijke betekenis van een bepaalde tekst in conflict komt met hun dagelijkse praktijk, negeren zij dit feit of als men hem dwingt om een antwoord omzeilen zij dit met de woorden "de Geest heeft ons vrij gemaakt van zulke wettische interpretaties". De Pentecostalen moeten nog een hermeneutiek ontwikkelen, die de historische gedeelten van de bijbel (Lukas, Handelingen) als uitgangspunt neemt. Dit schijnt beter met hun bijzondere identiteit te overeen te stemmen die de neiging heeft een exegese te geven van hun ervaring, meer dan van de Bijbel zelf. In de Pinkstergemeenten hoort men de merkwaardigste interpretaties en toepassingen van bijbelse teksten die verlicht waren door een innerlijke overtuiging, een profetie of een droom. Toch zijn deze teksten op een bepaalde manier meer levend en praktisch geworden dan tot stand gebracht had kunnen worden door een grondige exegetische uiteenzetting van deze teksten. Als de Pentecostalen erin slagen dit gemeenschappelijke kenmerk in hun midden te reconstrueren in een gezonde hermeneutiek waarin willekeur wordt afgeschaft maar dynamisch actie bewaard, zouden zij kunnen bijdragen tot een completere totstandkoming van de interpretatie van de Bijbel door Woord en Geest. OP dit moment moet de dialoog echter wel stuklopen door het feit dat de Pentecostalen zich hebben toegelegd op de letterlijke uitlegging van de Fundamentalisten. Men moet dit in gedachten houden als men bijvoorbeeld de homoseksualiteit bespreekt. De schrijver stelt voor dat de dialoog zou moeten beginnen om een gemeenschappelijke grond te vinden voor onze opvatting betreffende de Schrift. (Bijvoorbeeld: De Bijbel is het boek waarin God communiceert met mensen over Zijn plan, wil en liefde ten opzichte van Zijn schepping). Vanuit dit gezichtspunt moeten we op creatieve wijze een manier ontwikkelen waarop de interactie van Woord en Geest onze huidige hermeneutische grenzen kan verbreden.

Subjectieve heiliging

Terwijl de Kerken neigen hun ethiek en theologie aan te passen aan de heersende sociale kwesties (bijvoorbeeld feminisme en homoseksualiteit) roepen de Pentecostalen op tot heiliging en afscheiding. Teneinde hun specifieke status van het kindschap Gods te accentueren zijn de Pentecostalen geneigd de kloof te verbreden tussen hun subcultuur en de "wereld", die alle nominale Christenen omvat die niet wedergeboren zijn. Meetbare "zonden" zoals roken en seksuele immoraliteit zijn onacceptabel voor leiders, terwijl andere minder aanwijsbare onvolmaaktheden zoals hebzucht en machtsstreven worden getolereerd of zelfs aangemoedigd. Het lijkt of we moeten komen tot een herwaardering van de bijbelse waarheid dat Christenen zijn "in de wereld, maar niet van de wereld" (Joh. 17:15-16). In dit proces moeten de Pentecostalen zich realiseren dat zij een verantwoordelijkheid hebben zich te verzetten of tenminste een krachtig standpunt in te nemen tegen structurele zonden zoals de onderdrukking van de armen en de wapenwedloop. In zo'n dialoog kunnen de Pentecostalen de kerken helpen de volledige implicaties te ontdekken van de tekst: Niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn Geest, zegt de Heer (Zach. 4:6). Samen zouden wij erin moeten slagen de wereld te laten zien dat we "geheel anders" zijn (ef. 4:20) en "meer dan het gewone" (Matt. 5:47).

Theologische Vocabulaire

Ondanks het feit dat de huidige Nederlandse Pentecostalen een a aanzienlijk aantal afgestudeerden van de Universiteit hebben, is de vereiste om een van hun voorgangers te worden zeker niet het bezit van een academische vorming. In plaats daarvan beklemtonen de Pentecostalen een goddelijke roeping en een bewezen charisma om het werk te doen; een goede opleiding staat op de tweede plaats en zelfs een bijbelschool is geen noodzakelijke vereiste. Dit heeft veel communicatieconflicten teweeggebracht in de dialoog met de geestelijkheid die een academische achtergrond heeft en daaruit voortvloeiende vokabulaire. In het ergste geval

bracht dit zelfs wederzijdse arrogantie teweeg als de geestelijkheid de "overgevoelige en onontwikkelde Pinkstervoorgangers" verachtte, terwijl de Pentecostalen hun intellectuele inferioriteit compenseerden door een onjuiste beoordeling over die "ongeestelijke en overrationele dominees".

De uitdaging is om te komen tot een meer gebalanceerde toepassing van het gebod: "God lief te hebben met geheel ons hart, onze ziel, kracht en verstand" (Luk. 10:27). Ondanks het verachten van academische en theologische vorming zouden de Pentecostalen zich moeten inspannen deze te verbinden met hun narratieve theologie en te brengen in interactie met de charismata, in het bijzonder met de gaven van wijsheid en kennis. Aan de ander kant zouden de kerken moeten evalueren of de huidige opleidingseisen voor hun geestelijkheid tegemoet komen aan de nood van de gelovigen die zij moeten dienen. Bestaat er een juiste balans tussen kennis, ervaring en liefde voor God? Zouden persoonlijk geloof en kennis van God op een relationele wijze niet even belangrijk zijn als de cognitieve vereisten? Het is waar dat deze kwaliteiten moeilijk te meten zijn, maar de ervaring van de Pentecostalen zouden in dit opzicht een heilzame bijdrage kunnen zijn.

Overredende dialoog

De pastorale brief van de Nederlands Hervormde Kerk identificeerde duidelijk een van de belangrijkste kenmerken van de Pentecostalen met de uitspraak dat men hen moet wegen in plaats van hen tellen, omdat een groot aantal van hen evangelisten zijn. Van nature zal een Pentecostaal proberen een ieder te bekeren die niet past in zijn opvatting van een wedergeboren Christen, of dit een liberaal theoloog is of een Hindoe. In de uitwisseling van het verleden hebben velen dit ervaren als een struikelblok voor verder contact. Als een dialoog met een Pentecostaal wil slagen moet men bereid zijn hun aanhoudend beroep op persoonlijke bekering te verdragen hoe hinderlijk dit ook mag zijn. Het is moeilijk een Pentecostaal te motiveren in de discussie deel te nemen als hij dit niet mag doen. Zelfs als hij toestemt zal op deze manier een essentieel deel van zijn identiteit verloren gaan en dientengevolge zal de dialoog iets van zijn dynamiek verliezen. De Pentecostaal van zijn kant moet bereid zijn zelf bekeerd te worden van zijn overtuiging alle absolute waarheid in pacht te hebben en open zijn nieuwe horizonten te ontdekken. Beide partijen zouden bereid moeten zijn gecorrigeerd en aangevuld te worden door deze confrontatie. Als het doel van deze dialoog is om wederzijdse verandering te bereiken, moet men niet proberen om deze "bekeringen" te vermijden.

C. Beloften

Evenals de problemen hierboven genoemd een vermomde zegen kunnen worden als zij op de juiste manier worden aangepakt, kunnen de beloften beneden een valstrik worden als zij worden nagestreefd in een geïsoleerde en fanatieke omgeving. Deze beloften geven enkel en alleen beschouwingen over de potentiële dynamiek van de Pinksterbeweging als geheel in haar relatie tot de Kerk en de samenleving.

Liturgische creativiteit Overbrug de kloof tussen lichaam en geest

Kevin Ranaghan merkte terecht op dat de lijn van Wesley naar de Pentecostalen het duidelijkst naar voren treedt in het "doorgeven en de ontwikkeling van een manier van openbare aanbidding die gekenmerkt wordt door vrijheid, spontaniteit, emotionele betrokkenheid en een hoge mate van deelneming in de samenkomsten". Toen Prof. A.J. Bronkhorst de Pinkstergemeente te Balen (België) bezocht in de jaren vijftig, werd hij getroffen door het feit dat iedereen veel meer betrokken bleek te zijn in de dienst dan in zijn eigen (Nederlands Hervormde) kerk. Hij herkende een overeenkomst met de eerste gemeente. De orde van de Pinkstersamenkomsten is verschoven van volledige spontaniteit naar een flexibel gepland patroon waarbij de voorganger een positie bekleedt. Niettemin is er volop ruimte voor participatie en improvisatie door de manifestatie van de charismata, het geven van een getuigenis, spontaan gebed, het opgeven van een leid etc.. Bovendien is er een gemeenschappelijke verwachting dat "de Geest iets nieuws zal doen", waardoor de Pinksterliturgie in een voortdurende experimentele en veranderende fase zit. Hun specifieke bijdrage aan de Kerk moet gevonden worden in de manier waarop zij de routine van een zondagochtenddienst hebben veranderd in een dynamische gebeurtenis door de integratie van het emotionele, crisiservaringen, participatie en moderne muziek en liturgische vormen.

Sociale herwaardering Overbrug de kloof tussen de maatschappelijke klassen

De Pinksterbeweging is een belangrijk kerkelijk en sociologisch fenomeen. Zij heeft een betekenisvolle bijdrage geleverd aan de godsdienstige emancipatie van de leken. In haar opvatting van de charismata wil God ieder Christen bedouwen met de doop en de gaven van de Geest. Dit tilt de mens uit boven zijn natuurlijke beperkingen en ondersteunt zijn zelfrespect. Wie kan de waarde schatten van de innerlijke verandering die plaatsvindt als bijvoorbeeld een arme, ongeletterde, zwarte huisvrouw voelt dat zij een kanaal is geworden van goddelijke tussenkomst door het uiten van een profetie. De eigenlijke inhoud van haar boodschap kan eenvoudig zijn en zonder meer duidelijk, maar door deze daad heeft zij de barrières overwonnen van de materiële en opvoedkundige status, ras en sekse. Zij weet dat ze van grote waarde is, want God verkoos door haar te spreken. Het persoonlijk gebruik van de charismata heeft veel verveelde kerkgangers veranderd in dynamische Christenen. Natuurlijk kan de pendule terugslaan als de charismata iets van hun bovennatuurlijke glas verliezen, als bijvoorbeeld bepaalde profetieën niet vervuld worden. Vele ervaren Pinkstervoorgangers zullen gretig toegeven dat een gedeelte van de geestelijke gaven worden geuit "In het vlees". Om deze reden lijkt het belangrijk dat de Pentecostalen hun dichotomie tussen het bovennatuurlijke en het natuurlijke opnieuw overdenken. Is God niet in staat om te breken door onze menselijke beperkingen in beide sferen? Nog belangrijker dan de individuele herwaardering van het zelfrespect lijkt het potentieel te zijn als deze spiritualiteit verbonden kan worden met sociale en politieke betrokkenheid. In 1973 schreef Kilian McDonnell:

citaat

Als we het eens zouden kunnen zijn over de veronderstelling dat Gods gaven aan ieder gelovige worden gegeven om onze naasten te zegenen en te dienen, moet het mogelijk zijn de charismata te gebruiken binnen een veel bredere context.

Communicatie expertise De kloof overbruggen tussen woord en beeld

De hedendaagse Pentecostaal is gefixeerd op gemeentegroei. De zegen van God moet resultaat opleveren. Zij zien evangelisatie als meer dan een opdracht die uitgevoerd moet worden; resultaten moeten gezien worden, zielen moeten gewonnen worden. Als er geen bekeringen zijn is de campagne mislukt. Als de gemeente niet groeit er iets mis met de voorganger. Deze op succes gerichte benadering heeft veel nadelen en heeft de neiging de Pentecostalen agressief te maken; niettemin creëert hij een voortdurende behoefte voor hem de polsslag van de samenleving te voelen en de boodschap op zo'n wijze te communiceren dat het aantrekkingkracht heeft op de mensen. Creatieve middelen zoals de dans, drama, poppen, musicals etc. worden voortdurend toegepast om het evangelie door te geven aan een nieuwe generatie. Om hieraan tegemoet te komen en zelfs Christelijke Punk-muziekgroepen worden getolereerd zolang ze niet roken. Het is niet toevallig dat Pentecostalen succesvolle pioniers zijn geweest in Christelijke uitzendingen, waaronder de schandelijke bijverschijnselen. Het dwingt hen de boodschap van het evangelie te verbinden aan actuele vragen die gesteld worden door de samenleving of de subculturen. Alle kerken zullen het eens zijn dat de boodschap van Gods liefde doorgegeven moet worden aan iedere generatie en deel van de samenleving op een meeromvattende wijze. Men kan de Pentecostalen beschuldigen dat hun "Volle evangelie" slecht een vage afspiegeling is van de totale boodschap van Jezus Christus, maar is hun verdienste dat zij in staat zijn geweest hun overtuigingen door te geven op een verbazingwekkende effectieve wijze. De vraag is hoe de Kerk voordeel kan trekken door hun kundigheid toe te passen om hun boodschap door te geven of, bijvoorbeeld de verwezenlijking van Gods rechtvaardigheid in een onrechtvaardige samenleving.

Interculturele uitwisseling De kloof overbruggen tussen culturen

De Pentecostalen zijn niet echt betrokken geweest in het ontwikkelen van een theologie die past bij hun identiteit. In de beginjaren maakten zij zich daar nauwelijks zorgen over vanwege hun verwachting van de onmiddellijke wederkomst van Jezus Christus. Later aanvaardde de meerderheid een anti-rationele dogmatische theologie uit het arsenaal van de Weslyaanse en Heiligings groepen en soms poetsten zij dit op door een alinea over genezing of het spreken in tongen toe te voegen. Als zij gedwongen werden een geloofsbelijdenis te maken, kopieerden zij gewoonlijk een van een fundamentalistische organisatie en breidden deze uit met een paar stellingen van zichzelf. In Nederland vertaalden zij simpelweg de geloofsbelijdenis van de Assemblies of God. In de zending bleek deze ondogmatische benadering bijzonder effectief te zijn. Van hen die Christenen werden in de Derde Wereld werd niet verwacht dat zij een specifiek westers gedachtepatroon aannamen. Vooral de Scandinavische zendelingen, met hun nadruk op autonome plaatselijke gemeenten, hebben veel bijgedragen aan de ontwikkeling van een flexibele gemeentestructuur waarin culturele aspecten konden worden geïntegreerd. De overtuiging dat de persoonlijke leiding van de Geest kerkelijke regels overtreft heeft dit proces geïntensifeerd. De resultaten zijn onvermijdelijk. Volgens de statistieken zou men kunnen zeggen dat de Pinksterzending het Christendom heeft gered van een dramatische terugval in aantal tijdens deze eeuw. Het grootste deel (70%) van de huidige 277 miljoen Pentecostalen behoren tot de zogenaamde niet-blanke inheemse kerken. Westerse Pentecostalen houden ervan dit indrukwekkende aantal te citeren, maar als zij de verscheidenheid aan meningen en ervaringen zouden beseffen die in deze categorie vallen, zouden zij waarschijnlijk voorzichtiger zijn om me hen geïdentificeerd te worden. Dit plaatst hen voor een ernstig probleem zoals Hollenweger terecht onder woorden heeft gebracht:

citaat

Het antwoord kan gevonden worden in hun eigen geschiedenis en zendigsstrategie. De wederzijdse uitwisseling met Petnecostaalse zendelingen lijkt wenselijk en noodzakelijk. In een lezing over de oecumenische betekenis van de Pinksterbeweging vanuit missiologisch perspectief beschouwd heeft Van aalte terecht geconcludeerd: "We kunnen alleen samen aan zending doen en niet naast elkaar, laat staan tegenover elkaar".

Een grondige evaluatie van de dynamiek van de Pinksterzending kan leiden tot een andere belangrijke uitdaging. een van de grootste zorgen inde westerse samenleving vandaag is de integratie van het grote aantal Aziatische en Afrikaanse immigranten. Als de Petnecostalen bereid zijn hun mondelinge theologie te ontwikkelen in een nieuwe vorm van godsdienstige communicatie, die multiraciaal, multicultureel en veelomvattend is, kunnen zij een betekenisvolle bijdrage leveren door te dienen als intercultureel vertalers. In de beslissing van de toekomstige strategie voor Wereldzending lijkt de Pentecostaalse dimensie essentieel, niet alleen vanwege het grote aantal van hun aanhangers in de Derde Wereld, maar ook vanwege hun potentiële invloed.

D. Een oecumenisch appel

Waarschijnlijk zouden zowel Pentecostalen als oecumenici het eens kunnen worden over de volgende uitspraken betreffende de Christelijke eenheid:

I De verwezenlijking van eenheid is geworteld in Gods drievoudig wezen (Joh. 14:15-20) en ligt in de essentie van Zijn schepping (gen. 1:26).

II Het motief achter de oecumene is de vervulling van Gods wet van liefde (Matt. 23:13, luk. 6:27,32, Joh. 13:34).

III Tolerantie en waardering van medechristenen (en medemensen) zijn essentiële elementen van de oecumenische bevordering (ef. 4:2-7).

IV De Geest geeft gestalte aan Gods eenheid door Zijn gaven in de Kerk (1 kor. 12:12-31).

De schrijver is ervan overtuigd dat de oecumene een opdracht is voor iedere Christen. Het is geen keuze waarvoor men kan kiezen of die men opzij kan leggen. Samen moeten we proberen de liefde gestalte te geven die door Jezus Christus is gedemonstreerd in onze gehele hedendaagse wereld. In dit proces moeten wij elk individu waarderen als een gave van God en als een noodzakelijk deel van de kathedraal van eenheid en vrede, die over verschillende generaties wordt gebouwd. Dit is geen gemakkelijke taak. H. Richard Niebuhr somt de consequenties op juiste wijze op:

citaat

Hoewel zij van grote waarde zouden kunnen zijn voor de oecumenische zaak, zijn de meeste Pentecostalen nog steeds afkerig zich hierin te begeven ondanks hun historische wortels. Deze studie verkaart sommige redenen waarom. Er staat echter te veel op het spel om het eenvoudigweg hierbij te laten. Toen David du Plessis in februari 1987 stierf, verloor de Kerk een man die gestalte gaf aan het oecumenisch potentieel van de Pinksterbeweging. Voor deze unieke ambassadeur van Christelijke eenheid op basis van wederzijdse vergeving (zijn leuze was 70x7) is geen plaatsvervanger. Maar zijn ijver zal voorgang vinden om andere Pentecostalen te inspireren, al zijn zij nu nog met weinigen. De schrijver geeft de suggestie van een van zijn discipelen toe, Jerry L Sandidge, om een centraal oecumenisch kantoor in het leven te roepen voor de dialoog, opgericht door Petnecostalen dat tegelijkertijd zou kunnen dienen als een documentatie centrum. Men moet beseffen dat de Pentecostalen die zich begeven in oecumenische studies of activiteiten weinig bemoediging en steun zullen ondervinden binnen hun eigen gelederen. Om deze reden zouden de kerken die betrokken zijn in de oecumenische beweging hen moeten helpen op wat voor manier dan ook. als Professor W.L. Hollenweger in 1989 met pensioen gaat is er een dringende behoefte om ergens ander in Europa een andere mogelijkheid te openen waar wetenschappers op juiste wijze kunnen worden geleid in het onderzoek naar het Pentecostalisme en het ontvangen van academische graden. Hetzelfde is natuurlijk ook van toepassing op ander continenten, in het bijzonder Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Aangezien de oecumene de gehele wereld aangaat lijkt het belangrijk dat Petnecostalen samen komen binnen een wereldwijde setting om hun identiteit t en vooruitzichten te bespreken. Allicht kunnen de Pinkster Wereldconferenties voorzien in zo'n internationaal platform, maar tot nu toe zijn deze conferenties slechts geweldige internationale evangelisatiecampagnes geweest met blanke-westerse dominantie. Mogelijk zouden de Noord Amerikaanse S.P.S. en de Europese E.P.T.A. samen kunnen gaan werken voor dit doel, maar het is essentieel dat zij ook vertegenwoordigers van de andere continenten omvatten. De paar Zuid-Amerikaanse Pinksterdenominaties die een grotere oecumenische openheid hebben getoond dan hun broeders in de Westerse wereld zouden zeker uitgenodigd moeten worden om mee te doen in deze interculturele dialoog.

E. Een Pentecostaals appel

In 1987 stelde de Pentecostaal Cecil M. Robeck zes punten voor de agenda van de Pentecostaalse/Oecumenische dialoog:

1. 1. Erken de universele aard van de Kerk en laat hierin voor elkaar de ruimte.

2. Vergeef en vraag vergeving aan elkaar voor de pijn die we elkaar hebben aangedaan en van elkaar hebben ontvangen.

3. Begin elkaar te behandelen als zusters en broeders, meer dan als mensen buiten de gemeenschappelijke huishouding van het geloof.

4. Bevestig elkaars sterke punten en erken onze eigen zwakheden.

5. Bemoedig elkaar aan onze verwachtingen tegemoet te komen.

6. Een wederzijds overzicht van onze prioriteiten en praktijken om waardevolle informatie bloot te leggen.

Daarenboven zou de schrijver graag willen voorstellen:

7. Zich bewust te zijn van de bijbelse en universele implicaties van de charismata, verrijkt door de intergratie van onze verscheidene kerkelijke tradities.

8. De machten van oorlog en onrechtvaaardigheid te lijf gaan in deze wereld in Jezus'naam door de kracht van de Heilige Geest.

9. De essentie ontdekken van onze wederzijdse stimulerende kracht.

10. Een kritische en blijvende vriendschap opbouwen.

11. Samen bidden voor oprecht en zichtbare Christelijke eenheid.

12. Samen aanbidden en vieren, omdat Hij die alle autoriteit heeft in de hemel en op aarde zeker bij ons is tot aan het einde van deze eeuw.

Aan het slot van deze dissertatie wil de schrijver een sterk beroep doen op zijn mede-Pentecostalen. Dit zal wetenschappers laten zien welke taal vereist is ten einde een belovende dialoog te verwachten die veranderingen teweeg kan brengen in de levens van de Pentecostalen. Het is van geen nut hen toe te spreken op een wijze die hen niet raakt of die hen beangstigd. De persoonlijke oproep illustreert iets van de onvermijdelijke pijn die de Pentecostaal moet ondergaan als hij zonder onvoorwaardelijk de weg opgaat die leidt tot oprechte Christelijke eenheid.

Geliefde Pinksterbroeders, laten we ophouden met het gebruiken van de frase geestelijke eenheid als een excuus voor onze isolatie. Wanneer hebben we voor het laatst het initiatief genomen in Nederland iets te doen voor welke eenheid dan ook. Liefde en eenheid is geen toestand (iets wat we zijn), maar een praktijk (iets wat we doen). Hoe zal de wereld ooit weten dat we Zijn discipelen zijn (joh. 13:35) als we alleen de schapen van onze eigen kleur liefhebben en de rest van Zijn kudde verachten? Wat moeten we doen met dat grote aantal Pinksterbroeders en zusters in Afrika, Azië en Zuid-Amerika die honger hebben en arm zijn? Laten wij het over aan de W.C.C. hun structurele problemen te lijf te gaan? Kunnen we niet bidden voor de gave van geloof ten einde deze calamiteiten te overwinnen? Zij hebben de gave van genezing en wonderbaarlijke krachten zo nodig. Is er geen gave van kennis of wijsheid onder ons om de onbillijke praktijken bloot te leggen achter deze status quo? Laten we de boze geesten onderscheiden en bestraffen die hun ellendige toestanden veroorzaken en op gang houden. Ja, de Heilige Geest aan het werk kan deze wereld zoveel beter maken als Zijn kracht vrijgemaakt wordt in alle aspecten van de samenleving. Laten we niet langer ons talent in het zand verbergen of wachten totdat dit alles gekomen is in de toekomende eeuw. Als we echte geloven dat de charismata hier en nu gemanifesteerd moeten worden, dan moeten we daarnaar handelen en niet bang zijn ons bij anderen te voegen in hun strijd tegen oorlog, armoede en onrecht.

F. Een persoonlijk appel

Toen ik gedoopt werd door onderdompeling profeteerde een dame dat de Heer mij zou leiden op wegen waarlangs anderen niet konden gaan. Terwijl ik nadacht en bad over mijn levensroeping, was ik er een tijdje van overtuigd dat deze profetie betekende dat ik naar Rusland moest gaan die voor veel Westerse Pentecostalen beschouwd wordt als het centrum van het kwaad en de duisternis. Als ik nu over deze profetie nadank ontdek ik dat de Heer mij gebracht heeft tot over de grenzen van de oecumenische beweging, die door sommige Pentecostalen zelf nog meer gevreesd wordt dan Rusland. Ik voel me inderdaad zo nu en dan eenzaam, hoewel ik niet de enige Pinksterman ben in deze vreemde omgeving. Toch weet, realiseer en er vaar ik dat de Geest hier ook aan het werk is. Daarom is het noodzakelijk dat tenminste sommigen toegewijd zijn en zich begeven in zowel de Oecumenische als de Pinksterbeweging. Dit kan niet gebeuren zonder offer. Het schrijven van deze dissertatie was een emotionele ervaring op zich. Het was moeilijk de verscheidene beschuldigingen te analyseren en de misvattingen van medechristenen met betrekking tot hun Pinksterbroeders. Zij beschuldigden mij en deden mij pijn. Het deed echter veel meer pijn te ontdekken hoe wij Pentecostalen onze aanvankelijke oecumenische ijver hadden verloren en uiteindelijk onze Charismatische vrienden met dezelfde laster beschuldigden. Ik wil het wel uitroepen: "Vergeef ons, zelfs hoewel we wisten wat we deden". Als ik sommige van de houdingen en handelingen van de Nederlandse Pentecostalen hebben bekritiseerd, besef ik dat ik daar zelf bij hoor. Het was moeilijk, pijnlijk en niet zonder risico veracht te worden door mijn Pinksterbroeders met wie ik nog steeds geïdentificeerd wil worden. Maar terwille van de eenheid was dit noodzakelijk en slecht een klein offer vergeleken met wat nodig is om de bestaande muren te doorbreken. Hoe zetten we deze dialoog in beweging? Hiervoor zou ik een nieuw woord willen toevoegen aan de Nederlandse vocabulaire: diapraxis. De verscheidenheid aan aanbiddingsdiensten is eens gekarakteriseerd als volgt: Katholieken komen en zien, Protestanten komen en horen, Pentecostalen komen en doen. Laten we het doen. Aanbidt en bidt samen, hebt geïntegreerde evangelisatie en zending maar respecteer boven alles elkaar door te luisteren naar wat we in werkelijkheid willen zeggen. Deze wederzijdse uitwisseling zal zeker zowel de Kerken als de Pentecostalen beïnvloeden en van nut zijn. De uiteindelijke vraag is: Zijn we bereid eenheid te verkrijgen door onszelf te verliezen?

© Dr. Paul van der Laan